Home
De Dayak
De bemanning
Het plan
Reisverslagen
Naar Oostende
Frankrijk
Golf van Biskaje
Spanje
A Coruna
Noord West Spanje
Portugal
Andalusie Spanje
Marokko Rabat
Oversteek >Lanzarote
Canarische eilanden
Kaapverdie
Oversteek Suriname
Indrukken Suriname
Op naar Tobago
Caribbean
ABC eilanden
Aruba Colombia
Colombia
Colombia- Panama
Panama
Corona blues
Herstart?
Girls talk
Notities
Fotoalbum
Waar zijn we nu?
Gastenboek
Links
Contact
Mail adres opgeven?

 

 Ons vertrek uit La Coruna verbaast onze steigergenoten. “Gaan jullie nu weg? Waar naar toe?” Maar ons besluit is gemaakt, e gaan. Als de boot klaar is gemaakt, het slingerzeiltje voor het bed is bevestigd (en Jiske er direct in kruipt) laten we La Coruna achter ons. De zee is kalm en we varen met 5 knopen de grote baai uit tegelijk met een aantal vissersboten. We wijken uit voor een grote tanker die recht op ons afkoerst. Op de plotter zien we een raar icoontje op zee waar ik ook een rood licht zie. Goed te vermijden dus. Het icoontje blijkt een virtueel punt te zijn waar de loodsen aan boord komen van grote schepen, het rode licht blijkt toch een gewone zeilboot te zijn!

 

 

 

 

 

 

Kaap Finistere vanuit zee.

’s Nachts, tijdens mijn wacht, word ik getrakteerd op een heuse dolfijnenshow. Ongeveer 5 minuten lang zit er een groep van een stuk of 20-30 dolfijnen rond de boot. Soms zie je alleen maar rugvinnen boven water, maar af te toe springen ze omhoog, slaan plotsteling links of rechts af. Sporen van fluoriderend water achter zich latend. Ik laat af en toe een ‘Wooow’ horen. Jiske ligt inmiddels in de achterhut in diepe slaap, en Diny zit min of meer vast achter het slinger zeiltje en is niet bereid op te staan om deze show met mij te bekijken.

Het vertrek blijkt een goede zet te zijn geweest, en na een rustige tocht komen we om 4 uur ’s middags in Muros aan.

We hebben Camarinos overgeslagen. Dit zou een stop geweest zijn die we normaal zouden hebben gemaakt, na 40 mijl, maar gezien de swell in de voorspelling komt het nu goed uit dat we de ’ hoek om zijn’ en voorbij Finistère!

Diny wil nu een T-shirt met de tekst ‘ I survived Costa del Morte!’ erop. En, ze heeft het verdiend. Het is toch weer een berucht stuk kust met een beruchte kaap.

De naam Finistère heeft zijn oorsprong in het Romeins; ‘Finis Terrae’ ofwel einde van de wereld. De kust is bekend van de vele scheepsrampen. En…. wij zijn er veilig voorbij! En dat vieren we!

 

 

 

 

 

Blij onderweg!

 

 

 

 

 

 

De Ria’s (Ria de Muros, Ria de Aurousa, Ria de Pontevedra, en Ria de Vigo)

Het begin van onze tocht door de Ria’s is een feit. Van verschillende zeilers hebben we gehoord dat je hier echt de tijd voor moet nemen. Het zijn een soort fjorden, sommige goed beschermd door eilanden die de swell van de oceaan buiten houden, andere houden alleen swell tegen uit een bepaalde richting. Voor ons houdt het in dat we in de eerste Ria een voorkeur voor de noordkant hebben.

 

 

 

We ontmoeten de Panta Rhei weer en we verkennen het dorp. Erg mooi met veel oudheid, maar ook verval. Pittoreske huisjes, kerken, pleintjes met huisjes waar alleen nog de voorgevel van staat. Het gevolg van wegtrekkende jeugd en slechte economische vooruitzichten hier ter plekke. Toch heeft dit veel potentieel, het zou gemakkelijk een toeristische bezienswaardigheid kunnen zijn. We beklimmen de heuvels en worden getrakteerd op een prachtig uitzicht tot aan kaap Finistère aan toe!

 

 

 

 

 

 

In Ria de Arousa is de eerste stop Ribeira. We varen er naar toe en hebben twee routes op de kaart voorbereid. Buitenom voor als de golven te hoog zijn, en een route door een smalle ingang tussen de rotsen door als er bijna geen golven staan. Als we eenmaal bij het beslispunt zijn aangekomen lopen er golven onder ons door van een meter of twee hoog en besluiten we toch maar om buitenom te gaan.

We zien op de plotter een Frans zeilschip met de spinaker op recht op de rotsen af varen. Eerst denk ik nog dat ze wel op letten, maar ze komen dichter en dichter bij het gevaar. We pakken de marifoon en roepen ze op met het advies om onmiddellijk de koers om te gooien, en gelukkig luisteren ze. In no-time gaat de spinnaker naar beneden en vinden ze een doorgang door de rotspartijen die deels onder water liggen en waar de zee op breekt. Toch is dat nog een doorgang waar je niet met je volle verstand doorheen gaat, maar het lukt ze. Na een tien minuten gaat de spinnaker weer omhoog en vervolgen ze hun weg. Overigens zonder bedankje…

In het volgende dorp, Rianxo, waar we voor anker liggen, worden we getrakteerd op een dorpsfeest dat een week duurt. Jiske gaat mee het dorp in met Bert, Joris en Wilmer (die inmiddels aan boord bij de heren is gekomen) en komt heel laat weer aan boord.

 

 

                                                                                                 

 

 

 

Onderweg, zo maar een eiland in Ria de Arousa (ille de Rua)

 

 

 

 

 

 

 

                                                                Hoe mooi kan het worden?

                                                            Alle vissersboten versierd!

De volgende avond gaan wij ook mee feesten. Het eerste wat opvalt is een groep bejaarden die een soort line-dance opvoeren op life Salsa muziek. De pasjes zijn klein en afgemeten, de gezichten staan serieus, maar er wordt ritmisch bewogen. Op het plein zijn veel paartjes aan het stijldansen, jong en oud door elkaar. Terrasjes vol, overal muziek, een kermis en mooi vuurwerk maakt alles compleet. ’s Nachts, in onze kooi, horen we de muziek nog lang doorspelen.

 

Na twee nachten voor anker te hebben gelegen zetten we koers naar Porto Pedras Negras. Hiervandaan hebben we al zicht op Illa de Ons, een natuurgebied dat de volgende Ria van de Oceaan afschermd. We hadden in Nederland reeds een cruising permit voor dit gebied aangevraagd.

 

 

  

We varen door naar Pedras Negras. Dit is een prima uitvalsbasis voor het eiland Ille Ons. Pedras Negras is een vakantie dorp op een uitloper van de bergen aan de Atlantische kust. Wat goed te merken is is dat het einde van het vakantie seizoen in zicht is. Er staan veel vakantie huisjes leeg. Bij de bakker ben ik de enige klant. Op het terras, met prachtig uitzicht, is er nog wel een drankje te doen, maar er komt niets meer uit de keuken. Zelf de voorraad chips is op…

De haven geeft goede bescherming tegen wind en swell, maar de gezelligheid ontbreekt.

 

Een paar mijl verder op ligt Illa Ons. Een prachtig eiland vlak voor de kust. We ankeren in 6 meter water, en pas bij de tweede poging wil het anker pakken. Hier liggen nog een aantal zeilboten voor het strandje. 4 Nederlandse boten en een Canadees. De Canadees komt uit Toronto en is via Groenland en IJsland hier naar toe gevaren! De kinderen spelen de hele dag op het strandje terwijl wij het eiland verder verkennen. Het is een mooie wandeling in mooie weer en met een prachtig uitzicht.

 

Vanuit Ille ons vertrekken we naar Combarro. Dit is een klein maar pittoresk plaatsje. Erg toeristisch, maar de moeite waard. Geert Mak schrijft in zijn boek ‘de stad’ dat je een stad kunt lezen als een boek. Dat prikkelt in dit geval de fantasie extra. Het een is vissersplaatsje waar vissers en boeren elkaar ontmoeten. Waar de geiten door de straatjes liepen, en waar een eerste bibliotheek de ontwikkeling van de dorpelingen stimuleerde.

De gezellige terrasjes wisselen elkaar af met souvenirwinkeltjes. Jammer dat het zo klein is.

We wandelen de heuvels in naar de waterval. De volgende dag bezoeken we Pontevedre. Na Santiago de tweede mooiste stad in Galicië. Hier nemen we ook afscheid van Jiske die een lift naar Porto heeft geregeld via Blablacars.

 

We vullen onze voorraden aan, en maken ons klaar voor de volgende stappen. We willen via Bueu naar Ille Cies en daarna verder richting Portugal.

De laatste stukjes Noord-West Spanje

Bueu en Puerto de Beluso

 

Nu dat Jiske en Fleur geweest zijn wordt het weer tijd om ons op de reis te richten. Het gebied waar we inzitten, de Spaanse Ria’s, is prachtig. Dat hadden we al eens geschreven, maar het genieten van deze prachtige plekken komt steeds weer terug. We blijven nog een paar dagen in Combarro en vertrekken dan weer naar de uitgang van de Ria, het plaatsje Bueu. Vandaar uit is Islas Cies maar een klein stukje. Eenmaal aangekomen in Bueu roepen we de haven meester op op kanaal 9, maar krijgen geen antwoord. We besluiten de haven in te varen, maar we worden raar aangekeken. Er zijn hier eigenlijk geen plaatsen voor bezoekers. Dan maar naar het nabij gelegen Puerto de Beluso. Deze jachthaven is eigenlijk te ondiep voor ons, maar in verschillende beschrijvingen staat dat de echte diepte dieper is dan op de kaart aangegeven. Ook hier beantwoordt kanaal 9 niet, en we besluiten te ankeren buiten de haven. Ons bijbootje ligt toch nog opgeblazen op dek. We hadden gelezen dat vanuit hier prima wandelingen te maken zijn over de bergen en langs een prachtig stuk kust. Om een leuke wandelroute te vinden gebruiken we de applicatie ‘ wikiloc’. Hier is een hele reeks wandelingen op te vinden, en de begeleiding op de telefoon die we daarna krijgen is prima. Een echte aanrader.

De wandeling is avontuurlijk en echt mooi. Het toeristenseizoen is over, en dat is te merken. We zijn vrijwel alleen in al deze pracht.

We blijven twee dagen op deze ankerplek voordat we koers zetten naar Islas Cies.

We hebben hiervoor, naast de cruisingpermit, ook een ankerpermissie via internet aangevraagd en gekregen.

De tocht naar Islas Cies start in prachtig weer, maar al snel bevinden we ons in een dikke mist. Op onze plotter zien we dat er verschillende grote schepen in onze buurt zijn die ook door de zelfde nauwe doorgang willen gaan. Een van de schepen toetert ook op de scheepshoorn. We zien hem niet langskomen in het echt, maar zien hem op de plotter en we horen hem wel. Grote schepen zijn voor ons eigenlijk geen probleem. Ze zijn allemaal uitgerust met een AIS (Systeem dat de gegevens van een schip uitzendt, naam, koers, snelheid, kleinste afstand bij de passage, enz) en dat we zien op onze plotter. De kleine vissersschepen echter hebben dat vaak niet, en daarom zitten we te turen in de mist. Op de plotter varen we het ankergebied binnen van Isla Cies, en pas op het allerlaatste moment zien we andere zeilboten voor anker liggen en breekt de mist open. We laten ons anker vallen in 6 meter diep water. Deze plek is redelijk beschut voor alle winden behalve Noord, Noordwest, en West. Het weerbericht stelt ons in ieder geval twee dagen in het vooruitzicht waarbij we hier kunnen blijven liggen.

Het eiland op zich is een van de mooiste van Europa. Hagelwitte stranden, eucalyptusbos, rond een hoge rots waarboven op een vuurtoren. Je kunt er uitgebreid wandelen en er is zelfs een camping.

 

Naast de vele hoogtepunten van deze reis is dit eiland er opnieuw een. We wandelen, klimmen en klauteren onze weg omhoog. Sommige uitzichtpunten zijn adembenemend. Ook nemen we de tijd om een op het strand te liggen en vanuit deze luxepositie naar ons eigen bootje te kijken dat op zo’n 30 meter van de kant op het diep blauwe water dobbert.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat wil je nog meer? (ja, ik heb een blikje koud bier mee naar het strand!)

 

 

 

 

Dit is een plek waar een van de droombeelden bewaarheid wordt. We prijzen onszelf bevoorrecht en gelukkig.

 

 

 

 

 

 

 

 

De herfst zit echter op onze hielen en daarom besluiten we toch te vertrekken naar…

Baiona. Dit is onze laatste stop voordat we Portugal binnen gaan varen. Baiona heeft veel te bieden. Het stadje is geprezen in menig reisfolder, en dat is terecht. Een prachtig oud centrum, een fort bij de haveningang. We besluiten de jachthaven in te gaan in plaats van te ankeren. Maar ook hier merken dat het seizoen voorbij is. De jachthaven is vrijwel leeg, de steigers zitten onder de meeuwenpoep, en het is hier duur. Tijdens onze stadswandeling blijkt dat hier een motorwedstrijd op de rotsen van de kust is uitgezet, en we zien heel veel deelnemers zich warm rijden op glibberige rotsen. Ze springen met deze motoren van rotspunt naar rotspunt.

Wat een behendigheid! We zien tussen de deelnemers veel jonge meiden die echt niet onderdoen voor hun mannelijke collega’s. Dat we het hier hebben over (semi) professionals blijkt als we Amerikanen, Noren, en vele ander nationaliteiten door elkaar aantreffen.

We trakteren onszelf op een diner aan de havenkant op het terras. Met de jas aan, want het wordt fris, genieten we van een top maaltijd voor een paar tientjes.

 

Het weerbericht ziet er goed uit, dus bye, bye, Spanje! Op weg naar Portugal!

bemanningdayak@gmail.com