Home
De Dayak
De bemanning
Het plan
Reisverslagen
Naar Oostende
Frankrijk
Golf van Biskaje
Spanje
Portugal
Andalusie Spanje
Marokko Rabat
Oversteek >Lanzarote
Canarische eilanden
Kaapverdie
Oversteek Suriname
Indrukken Suriname
Op naar Tobago
Caribbean
ABC eilanden
Aruba Colombia
Colombia
Colombia- Panama
Panama
Corona blues
Herstart?
Girls talk
Notities
Fotoalbum
Waar zijn we nu?
Gastenboek
Links
Contact
Mail adres opgeven?

Aankomen in Rabat is speciaal. Het is al een uurtje geleden licht geworden en we zagen delen van de Marokkaanse bergen vanuit zee. Vrijwel geen last gehad van vissers of visnetten die hier vaak voor de kust liggen. We zien de stad vanuit zee en die is groot. Serene aanblik vanuit zee. Veel witte/gele huizen, het ziet er prachtig uit. Diny pakt de marifoon op en meldt ons in haar beste Frans via kanaal 16 bij de Marina, want om hier binnen te varen hebben we een loods nodig. We verwachten geen antwoord, want dat is ons verteld door anderen. Gewoon wachten tot er een speedboot op je af komt die je naar binnen loodst. Tot onze verbazing wordt Diny in keurig Frans te woord gestaan. Ze schakelt snel over naar het Engels, dat gaat ons toch wat beter af. Na een kwartiertje komt er inderdaad een speedboot op ons af en varen we er achter aan Rabat in. Gelukkig is de swell minder dan 2 meter, want anders is de haven dicht. (En dan?) Natuurlijk hadden we het van te voren bekeken dat het moest kunnen, maar toch.

                                               De haveningang van Rabat; er is een beetje swell te zien

Wanneer we, een beetje door de swell geholpen, de rivier opvaren zien we het prachtige kasteel aan stuurboord en de vele vissersbootjes. Het is werkelijk een sprookje!

 

We moeten officieel inklaren. De gele vlag in het want, en de douane aan boord. Drie man sterk beoordelen onze paspoorten, scheepspapieren en verzekering. Na een half uurtje aan de inklaarsteiger mogen we de jachthaven in. Weer gaat het bootje ons voor. De jachthaven is vrij nieuw, schoon en mooi. De wijk die er aan vast zit zal in menig Europese haven hoge ogen gooien en bevindt zich aan de noordkant van de rivier de Bouregreg in Sale. Sale is de zusterstad van Rabat, samen goed voor een paar miljoen inwoners. De eerste indruk is dat we in een welvarende stad zitten, we eten die avond Suchi langs de boulevard en gaan vroeg te kooi.

 

 

 

 

 

 

                       Het fort van Rabat aan de rivier de Bouregreg.

 

We ontmoeten twee andere Nederlandse vertrekkersboten, de Syrinx met Michel en Astrid en Arjen van de Hajo.

 

 

 

 

 Aan de overkant (in Sale) zien we een hele grote begraafplaats.

 Deel van de begraafplaats van Sale met kraanvogels op de oude muur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na de Medina van Sale te hebben bezocht, met de souq waar alle bekende waren te koop zijn in dito kleine straatjes en winkeltjes, gaan we met de roeiboot de rivier over en komen in de ommuurde stad van Rabat, met name in het deel dat de bijnaam de ‘piraten stad’ heeft. Dit, nu pittoreske ommuurde stadsdeel (Kashba), heeft zijn bijnaam te danken aan het piratenverleden dat zich ontwikkelde na het uitzetten van de Mooren (en Joden) uit Spanje zijn in 1497. De Mooren die zich hier vestigden gingen samen met de Berbers op oorlogspad en veroverden vele duizenden schepen over een periode van meer dan 100 jaar totdat de Engelsen/Nederlanders en Portugezen er hardhandig een einde aan maakten. De reputatie van deze Mooren was meedogenloos. Ze werden overal gevreesd want er waren weinig overlevenden. Nu is het er meer dan mooi en vredig. Nauwe kronkelige straatjes, wit met blauw geverfde huisjes, en een prachtig uitzicht op de haveningang. Er wonen meerdere nationaliteiten en geloven door elkaar heen. 

 

 

 

 

 

  

 

         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waar komen we terecht?

 

 

 

We slenteren door de souq van Rabat. Hier is van alles te koop wat je op zo’n markt verwacht. De sfeer is bedrijvig, de geur varieert van lekkere kruiden tot stinkende afval, het is er druk met mensen. We komen op een plein waar de rook opkringelt van houtskool met daarboven gegrilde kip en vis.

  

 

 

 

 

 

We wagen het erop en even later zit ik aan een broodje kip dat aan geen enkele hygiënische eis voldoet, en Diny aan een broodje met gefrituurde vis met aubergine en lekkere saus. Samen twee euro kwijt… De ervaring is het veelvoudige waard. De smaak is overigens prima. Geen vervelende bijwerkingen gehad. 

 

 

 

 

 

Mocht je dorst hebben dan spreek je deze waterman aan voor een verfrissend slokje!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na deze eerste indrukken zien we ook meer armoede. Naast de primitieve werkplaatsen die aan geen enkele ARBO eis voldoet zien we bedelaars, zwervers in overvloed. Bedelaar zijn ziet men hier als een beroep. In de Koran wordt al aangegeven dat je aan bedelaars geld moet geven, vandaar.

 

Wat opvalt is dat hier alles door elkaar loopt. Daar bedoel ik mee rijk, arm, gesluierd, modern, man, vrouw. Kleding van eeuwen geleden; lange jassen met puntmutsen, pakken, hoofddoeken, losse haren, wijde jurken en strakke broeken. Niemand lijkt zich aan iemand te storen of te bemoeien. Leuke ervaring!

We besluiten om geen auto te huren, maar met de trein naar Fez te gaan en in een traditioneel hotel te overnachten (een Riad). Fez is een van de 4 koningssteden in Marokko.

Het blijkt een nieuwe ervaring die de andere overtreft.

Om bij onze Riad te komen worden we door een taxi afgezet op een drukke straat tegenover de stadsmuur van de Medina. We worden daar opgehaald door de dame van de Riad en lopen achter haar aan door een steeg waar twee mensen niet langs elkaar heen kunnen zonder dat er een zich tegen de muur drukt.

 

 

               Ezels  en paarden mogen de Souq op.

Het huis en de kamer zijn echter prachtig, echt oude stijl met veel tegelwerk, lampjes met allerlei kleuren, sluiers rond de bedden, koperen kranen en wasbakjes. Dit alles rond een soort interne binnenplaats die ook geheel in oude Marokkaanse steil is ingericht.

               Vanuit onze kamer kijken we naar de bgg van de Riad

Wanneer we de hoge muren van de Medina van Fez ingaan stappen we werkelijk eeuwen terug in de tijd. Nauw, donker, overal mensen, overal werkplaatsen met handwerkers, ezels, paardjes, in straatjes van nog geen twee meter breed. Er zijn meer dan 900 van die steegjes en alles is vol, bezet met werklieden, verkopers, vervoerders, opruimers, gidsen, handelaars, enz. enz. Ik zie een ruimte van 3 x 3 meter met 4 mannen er in die schoenen met de hand naaien, koperslagers die  pannen met de hand maken, metaalwerkers, kleermakers, leerlooiers, stoffen verkopers, enz. enz. enz. In elk straatje tientallen. Niet te geloven! Dat dit nog bestaat… Het enige verschil met het jaar 880 is dat er nu elektrisch licht brand. En dat is ook hard nodig in deze chaos. Wat een gekrioel! Bij de slager hangen de geitenkoppen boven de toonbank, een kamelenkop bij de kamelenslager. Het gaat hier al eeuwen lang zo, en wij zijn er getuige van. Ongeloofelijk!!!

 

                De vorige eigenaar van het vlees                                                 Koperslager

                                                           Werkplaats op de Souq

De Medina van Fez staat op de ‘World Heritage of Humanity’ lijst van Unesco

Fez (stad opgericht in 880!)

Ook binnen de muren Koran scholen uit dezelfde periode, en 9 Moskeeën. 

De volgende dag moeten we echt bijkomen van deze ervaring en brengen we de dag door op een terrasje t.o. een van de ingangen van de Medina en kijken, en kijken. Diny aan een lokaal gerecht in een Tajine, ik neem iets gegrild en herkenbaars want overal op de menukaart staat orgaanvlees ... Ondertussen loopt, kruipt, rolt er een mix van mensen en dieren langs. 

                                      Noten worden met de hand gekneed voor een smeerseltje

We zien een oude zieke man die in een gemotoriseerde driewieler wordt gehesen. Hij kan kennelijk niet meer en een ambulance….? Te ver/Te duur? De hele dag zien we dezelfde mensen rondhangen om ons heen, de een helpt met parkeren, de andere probeert mensen het terras op te praten, de politie probeert met zijn fluitje de chaos te organiseren, maar de meeste mensen doen gewoon helemaal niets dan zitten.

We laten het op ons inwerken, kopen nog twee broden (2 x 10ct) voor de dag erna, en zoeken aan het eind van de middag de trein weer op.

Terug in de boot zit ons hoofd nog helemaal vol met deze ervaring en zoeken we vroeg onze kooi op.

 

Met de medevertrekkers in deze haven hebben we goed contact. We overleggen mogelijke vertrekdata en routes. Het zou best eens kunnen zijn dat wij met ze opvaren, dan gaan we in 1 keer naar Lanzarote of Gracioza en slaan we Agadir over. We verkiezen dat boven alleen varen. Lanzarote is 4 etmalen achtereen doorvaren dus een goede voorbereiding en dito weergat is daarvoor nodig.

  

bemanningdayak@gmail.com