Home
De Dayak
De bemanning
Het plan
Reisverslagen
Naar Oostende
Frankrijk
Golf van Biskaje
Spanje
Portugal
Andalusie Spanje
Marokko Rabat
Oversteek >Lanzarote
Canarische eilanden
Kaapverdie
Peters bijdrage
Oversteek Suriname
Indrukken Suriname
Op naar Tobago
Caribbean
ABC eilanden
Aruba Colombia
Colombia
Colombia- Panama
Panama
Corona blues
Herstart?
Girls talk
Notities
Fotoalbum
Waar zijn we nu?
Gastenboek
Links
Contact
Mail adres opgeven?

Dec 2018-12-04

 

Met dit verslag blikken we terug op de laatste weken in de Canarische eilanden en de overtocht naar Kaapverdië plus de eerste indrukken van Mindelo op Sao Vicente.

 

Voor de verdere voorbereidingen voor de lange tocht naar Kaapverdië verkassen we eerst nog naar San Miguel op Tenerife. Fleur en Bob komen daar nog een weekje aan boord en we kunnen nog gebruik maken van grotere supermarkten, en ook nog een rondje golfen. We huren nog een autootje om over dit prachtige eiland te crossen. Fleur en Bob hadden de Teide (grootste vulkaan/berg van Spanje) al vanaf Gran Canaria gezien, maar deze keer gaan we er naar toe. Het is prachtig weer en het landschap erg indrukwekkend. We bevinden ons hoog boven het wolkendek en de kleuren worden helderder.

 We stoppen overal om opnieuw verbaasd te zijn over het mooie uitzicht. Vulkaan landschap op zijn meest oorspronkelijkst, vergezichten op bergen om ons heen, en als we weer afdalen mooie bossen. Een heerlijke tijd met elkaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diny, Bob en Fleur op de uitkijk!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                   Vader-dochter momentje                                                         Moeder-dochter momentje

 

de Teide, wat is ie toch mooi!

Ondertussen bereiden we de boot verder voor en blijven we maar boodschappen doen terwijl we er eigenlijk geen plaats meer voor hebben. We zien ook dat het bevoorraden aanstekelijk werkt. Onze zeilvrienden zijn er ook druk mee. Wie gaat er nog naar de Lidl? 5 Zakken tortilla chips nog graag! Dit via Whatsapp met een foto erbij. Iedereen is voor ons op zoek naar brooddeeg. We hadden een heerlijk volkorenbrood gebakken met zonnebloempitten erin uit een kant-en-klaar pak. Maar… het is nergens meer te krijgen. Morgen misschien?

‘We willen er nog graag 5’ appen we nog na aan mensen die met een huurauto naar het noorden gaan.

We stouwen een en ander weg terwijl we met een schuin oog naar de weersvoorspelling kijken.

s’ Nachts horen we opeens een doffe knal op het dek. Als ik eruit ga om te kijken vind ik het toplicht op het dek. Hoe is dat nou mogelijk? Het waait niet eens. Enfin weer een klus erbij, want waar haal ik zo gauw een nieuwe, en past die dan boven in de mast? Het zit natuurlijk zo dat ik er, slingerend in de mast, eigenlijk  net niet bij kan, en nieuwe gaten boren op gevoel…. Gelukkig krijgen we ook deze klus geklaard met de hulp van Peter, onze opstapper die mij de mast in liert.

We maken nog een proefrondje op zee om Peter aan het schip te laten wennen en hij spreekt zijn vertrouwen uit. Kennelijk loopt de Dayak toch nog beter dan verwacht.

Het verwachte weergat dient zich nog niet aan, en we overleggen met de mede schippers onze plannen. De Tomskii Kastan, de Lyra, de Teo en op afstand Guillaume a/b van de Willemijn. Er is storm geweest op zee ten noorden van de Azoren, en er lopen 5 meter hoge golven tussen de eilanden door. Wachten dus.

Als we uiteindelijk het weergat zien spring ik nog eens te water en maak het onderwaterschip en de schroef schoon. Gelukkig mocht ik van Marcel een duikset lenen, want het is een vermoeiende klus als je steeds moet duiken.

Eindelijk is het zo ver, en met een salvo op de hashhoorn toeteren we de haven uit op weg naar Kaapverdië dat 820 mijl zuidelijker ligt. We varen samen met de Tomskii op. We komen al snel in de acceleratie zone terecht en met 25 knopen wind over het dek rollen we als een wasmachine door de golven. Wel met een snelheid van 7 knopen, en dat is veel voor de Dayak. Er zitten twee reven in het grootzeil als we de eerste nacht ingaan. We proberen te wennen aan de bewegingen, maar dat gaat maar gedeeltelijk. Zolang je zit gaat het wel, maar bewegen in deze kermisattractie is een kunst op zich. We hebben voor twee dagen maaltijden voorbereid die alleen maar opgewarmd hoeven te worden. De eerste dag komt er vrijwel niets van eten. Ikzelf ben een beetje katterig, en de chili con carne laat ik aan me voorbij gaan. Uiteindelijk doen we er twee dagen mee, net zoals met de pastasaus die we klaar hadden. De stemming aan boord is prima. Peter, onze opstapper, is in zijn element en we zijn blij met elkaars gezelschap. Vanaf 18.00 draaien we wachten van 3 uur waarbij we ook daadwerkelijk in de kuip op wacht zitten. Dit duurt tot de volgende ochtend 09.00 waarna we elkaar vaak in de kuip ontmoeten en de wacht delen met ontbijt..

We zien heel weinig scheepvaart en zijn ook regelmatig de Tomskii kwijt. Deze verdwijnt na een mijl of 11 van de AIS radar, en hun toplicht is kapot. We vinden dat toch wel heel weinig, we zouden wel 25 mijl moeten kunnen overbruggen. Ook valt de communicatie met de satelliettelefoon tegen. We zouden mail moeten kunnen ontvangen, maar na drie regels wordt de tekst afgekapt. We hadden namelijk met Bram afgesproken dat hij een weersvoorspelling zou doorgeven op bepaalde waypoints. Zoals bijv. WP3 NO 20-25 kts, WP4 NO 15-20 kts. Gelukkig werd dat in de tweede helft van onze trip verbeterd, maar het blijft een crime om de satphone aan te krijgen en naar een satelliet te richten die vervolgens geen en dan weer wel een ontvangstsignaal geeft.

Eigenlijk blijkt dat de meerdaagse voorspelling behoorlijk in de buurt zat van de werkelijkheid. En dat is fijn want dat geeft wat vertrouwen voor de toekomst. In het Canarisch gebied moet je in de accelaratie zones al gauw 10-20 kts bijtellen, maar op open zee blijkt de voorspelling meer bij de werkelijkheid te komen.

Halverwege, altijd een belangrijk punt onderweg rollen de overheerlijke hazelino’s uit de oven, tijd om het te vieren! De stemming zit er nog goed in en we gaan nadenken over de timing van de aankomst. We hadden al begrepen dat het niet verstandig is om s ‘nachts de haven van Mindelo aan te lopen. We proberen nog een half knoopje meer uit de Dayak te halen om nog op woensdag avond aan te komen , maar al gauw zien we dat dit niet gaat lukken. Uiteindelijk besluiten we om de laatste twee dagen extra langzaam te gaan en brengen de snelheid terug naar 4 knopen zodat we in de ochtend de haven aan kunnen lopen.

BEET! Peter had op een eenvoudige manier een vislijn uitgezet. Een lijn met een stuk elastiek vast aan de boot en op een meter of 30 afstand een kunst inktvisje. Nu bengelt er een prachtige MahiMahi aan de lijn. Als we de lijn binnenhalen zien we een geel/groene vis van ong. een halve meter door het water schieten. Even later belandt hij op het achterdek en doen we beiden verwoede pogingen om de vis onder controle te krijgen. Wat is zo’n beest sterk! De strijd was oneerlijk, de vis belandt gefileerd in de pan en we laten het ons goed smaken.

Twee dagen later hebben we weer beet. Dit verloopt echter heel anders: We zien dat onze vislijn strak staat en willen naar het achterdek om de buit binnen te halen. Op dat moment zien we een zwaardvis met een kleregang onze boot inhalen, opspringen, draaien, nog een opspringen, met een knal op het water slaan, en wild schuddend de vislijn afbreken. Wat een enorme ervaring! Het beest was minstens zo groot als ikzelf, maar vele malen zo sterk. Het beeld staat op ons netvlies gegrift. Zoiets zie je allen op tv, maar nu is het vlak bij ons en dat maakt indruk.

Ondertussen gaat de Dayak verder en verder, uur na uur, dag na dag. 820 Mijl is ook wel een stuk. (ruim 1500 kilometer) En dat met een bootje met een gemiddelde snelheid van +/- 10 km/uur. De stemming blijft echter goed alhoewel soms de bewegingen van de boot er een poging toe doen om daar verandering in te brengen. Diny, bijvoorbeeld wordt tijdens het koken naar achteren gegooid en bezeert zich ergens rond het heiligbeen. We hoeven natuurlijk niet te vermelden dat alles soms heftig beweegt in de boot. Dat er een spoor van een open jampot tot een meter hoogte te vinden is als deze van de tafel schuift. Dat de chocopasta ongevraagd met de pindakaas, de jam, de theezakjes en andere vliegende objecten zich onverwacht bevrijden uit een kastje als we een dropje zoeken. Dat koken op een bewegende boot, met een bewegend gasstel met te weinig bruikbare pitten elke culinaire prestatie ondermijnen,… en afwassen een geweldige prestatie is. En toch zit de stemming erin! Zijn we soms gek? Ik laat die vraag maar even in het midden.

We beleven nog even nog een vervelend moment als blijkt dat er zout water binnen is gekomen en dat dat tijdens de afwas over mijn voeten gaat lopen. De oorzaak is snel gevonden: De galant (waar de schroefas door de scheepswant heen gaat) blijkt te lekken. Deze was al drie maanden kurkdroog, maar nu laat deze kleine gutsjes water binnen. Gelukkig is het euvel snel ontdekt en verholpen. We gaan toch een extra bilge alarm monteren om zo iets sneller te ontdekken.

Vroeg in de morgen van 29 november lopen we Mindelo binnen, en dat wordt gevierd met een heerlijk glas bubbles!

We vinden al snel een plekje in de Marina en we laten de eerste indrukken op ons afkomen.

 

De kracht van de opkomende zon is groot, luchtvochtigheid is hoog. De jachthaven is behoorlijk vol en bedrijvig met vertrekkers, de ankerplaats is bezet met een boot of dertig. Er liggen wrakken in de grote baai van blauw water, de vissers komen aan land en er staan een man of 40 te wachten om te helpen. Het geluid van verkeer, de ferry die stinkt naar diesel. Mensen lopen rond de haven, honden lopen over straat tussen het verkeer door. Boodschappen rollen in karren over de stijger voor het bevoorraden van de schepen die vertrekken. Een gezellige drukte. Korte broek en een dun shirtje aan en lekker om ons heen kijken…

 

 

Al snel verdwijnen we even in bed omdat we toch een onwerkelijk gevoel van de tocht overhouden. Met het wachtlopen krijg je een ander ritme. Ik zelf was na drie dagen alle gevoel voor tijd en dagen kwijt. Gelukkig hielden we een log bij om op terug te grijpen. Ook krijgen de bubbles een beetje vat op ons.

 

Mindelo is een klein stadje van 70.000 inwoners en doet ons denken aan een mix van Miri en Gambia. Het verschil met de Canarische eilanden is groot. Was het daar nog allemaal netjes, hier komt het rommelig over. We moeten even wennen aan de slechte kwaliteit van de groente, de kleine en onvolledige supermarkten, de auto’s die niet voor de zebra meer stoppen zoals in Spanje, de honden op straat, de muziek uit deuren en bars, de harde stemmen, bedelaars, de vele pleintjes met overal winkeltjes zoals we die in onze jeugd nog niet op de hoek van de straat vonden.

 

                                                              Het Pergola terras met muzikanten.

Toch straalt het gezelligheid uit. Veel vrouwen op straat met groenten of vis te koop. Veel pleintjes gevuld met mensen, spulletjes, overal handel, soms van aftandse spullen, soms modern. We kopen al snel een internet kaartje voor de telefoon, want bellen via de Nederlandse kost tegen de 3 euro per minuut. We gaan nog met onze mede- overstekers uit eten en maken kennis met de sobere keuken hier. Ook ontdekken we echt leuke terrasjes op binnenplaatsjes en genieten van een sapje of biertje.

 

 

Overwinningsdiner met de Tomskii, de Teo, de Dayak en een paar IJslanders.

We hadden gehoord dat het eiland tegenover de baai van Mindelo een bezienswaardigheid is en we besluiten met de ferry (de oude boot Harlingen-Vlieland) over te steken en er een dagje te besteden. We zijn onderweg met Henk en Marja, van de Dina Helena, en Peter onze opstapper.

Nou, dat was werkelijk indrukwekkend! Degene die onze verslagen leest weet hoe enthousiast ik ben over La Gomera, maar dit is nog een categorie hoger.

                          De vuurtoren op Santa Antao 

Een combinatie van hogere bergen, groene dalen, mensen met ezels, loslopende kippen, en prachtige vergezichten. We drinken koffie bij een minisupermarkt waarin eigenlijk vrijwel niets te koop was, maar er wordt snel voor ons een kan koffie gezet nadat onze chauffeur had geïnformeerd of dat mogelijk was.

 

We zitten buiten op stukjes boomstam die als stoel dienen terwijl we kijken naar het laden van de ezels, spelende kinderen, en werklui die aan het metselen zijn. Twee stenen tegelijk worden met spierkracht omhoog getakeld. Bedrijvigheid alom en heerlijk om te zien. Veel tijd om dit op ons in te laten werken hebben we niet want we zijn op weg naar de grote kratermond van de vulkaan.

We lopen deze rond en zien dat er van alles verbouwd wordt terwijl de zwart- witte koeien ons toe loeien. Een jongen met een ezel op sleeptouw haalt ons in, plastic jerrycans op de rug van de ezel vastgebonden. Om ons heen hoge bergtoppen, zelfs een ruimte- observatorium, en vele soorten planten. We genieten. De rest van de dag wordt ook nog gevuld met prachtig uitzichten tijdens derondrit met ons busje waarin veel lokale muziek ten gehore wordt gebracht waaronder echte reggae.

 

We scoren nog een fles rum in de vrij primitieve destilleerderij voordat we weer de ferry opstappen, en we beginnen aan dit verslag want dat wordt de hoogste tijd!

 

Helaas nemen we afscheid van Peter, onze opstapper, die soms in de rol van reizende verslaggever een filmpje maakt van ons avontuur. We gaan hem missen. Voor vertrek vraag ik nog aan hem om zijn belevenissen ook op te schrijven en dat verslag staat hieronder! Wij hopen in ieder geval op een vervolg ergens op de wereld bol!

bemanningdayak@gmail.com